Bevloeien biedt kansen voor grond met lage grondwaterstand

In opdracht van Waterschap Rijn en IJssel voerden proefboerderij De Marke en WUR in 2022 in waterwingebied ’t Klooster een wetenschappelijk én veldexperiment uit, waarbij in de winterperiode landbouwpercelen van melkveehouders bevloeid zijn om de grondwatervoorraad aan te vullen en droogteschade te verminderen.
Klimaatverandering
Aanleiding is, dat in het waterwingebied droogte optreedt door klimaatverandering, het waterafvoersysteem in/rondom het gebied en doordat meer grondwater onttrokken dan aangevoerd wordt in ‘t Klooster. Deze droogte raakt meerdere grondeigenaren in het gebied, zoals melkveehouders. Zij meldden zich in 2019 bij programma 'Elke druppel de grond in.
Infiltratiecapaciteit vergroten
Waterschap Rijn en IJssel heeft de samenwerking verder vormgegeven met deze grondeigenaren met als doel de infiltratiecapaciteit te vergroten. Vanuit de melkveehouders was het daarbij vooral de vraag in hoeverre kunnen we het (continue) tekort aan waterinfiltratie beperken. Immers zij willen in het voorjaar een vochtige bodem en hersteld grondwatervoorraad voor een goede gewasproductie.
Veldexperiment
De Marke voerde vervolgens in het waterwingebied een veldexperiment uit, waarbij in de periode van 17 januari tot 28 februari 2022, gedurende zes weken, vijf graslandpercelen en één bouwlandperceel (met winterrogge als groenbemester) bevloeid werden om de bodemvocht- en grondwatervoorraad aan te vullen en droogteschade te verminderen. Alle percelen lagen op een zandgrond, waarbij drie percelen relatief hoge grondwaterstanden en drie percelen relatief lage grondwaterstanden hadden. De proefboerderij voerde de proef uit aan de hand van twee strategieën: het vullen van het natuurlijke watersysteem ‘van bovenaf’ op de hogere esgronden en het verhogen van de grondwaterstand ‘van onderaf’ in de lage beekdalen.
Afstroming
Door de veelal aanzienlijk hoogteverschillen binnen de proefpercelen trad afstroming van water naar laag gelegen delen van de percelen op, waardoor op een aantal plaatsen water op het maaiveld kwam te staan. Daar waar het gras langere tijd geheel onder water stond, leidde dit tot een beperkte schade aan de graszode in de vorm van een verminderde grasbezetting en een vertraagde start van de grasgroei. Bevloeien leidde niet tot een groter verlies aan minerale stikstof. Bevloeiing leidt eerder tot een verlaging van nitraat in het grondwater door een verdunningseffect.
Areaal vergroot
De conclusie van het onderzoek was, dat voor het daadwerkelijk kunnen bijgedragen aan het herstel van het natuurlijk watersysteem het areaal bevloeiing nog aanmerkelijk vergroot moeten worden. 'Geïnventariseerd moet worden op welke schaal bevloeiing het grondwater substantieel aanvult', aldus de WUR. 'Op relatief lage percelen is sub-irrigatie direct vanuit oppervlaktewater te overwegen, temeer omdat hier sneller groeireductie en schade aan de graszode optreedt.'
Op basis van dit onderzoek startte in februari een vervolg vloeiweiden in februari. Wordt vervolgd.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Deltaplan Agrarisch Waterbeheer