Opgave KRW ‘het grootst in landbouwgebieden’
Vooral in landbouwgebieden wordt het spannend, schrijft de minister in een Kamerbrief. Daar ligt nog een opgave met betrekking tot nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, en het is nog de vraag of de benodigde maatregelen daar tijdig genomen kunnen worden. Als dat niet gebeurt, loopt Nederland het risico dat de Europese Commissie de KRW-maatregelen afkeurt, zodat vergunningverlening in die gebieden niet mogelijk is. Niet enkel voor de landbouw, maar voor alle activiteiten in zo’n gebied.
Tegelijk stelt de minister dat de afbouw van de derogatie en de aanvullende voorwaarden die daarbij worden gesteld, zoals bredere bufferstroken, zorgen voor een afname van de nutriëntenbelasting van grond- en oppervlaktewater. Dat geldt ook voor de maatregel voor inzaai van vanggewassen. Daarnaast draagt het herstel van beekdalen in Oost-, Zuid- en Midden-Nederland ook bij aan het voldoen aan de KRW-opgaven in die gebieden.
Daarbij is er nog een uitweg; in de KRW is opgenomen dat als een land niet aan verplichtingen kan voldoen door buitengewone omstandigheden, zoals een restopgave uit het verleden of vervuild water uit het buitenland, de Europese Commissie daar rekening mee houdt. Maar dan moet Nederland wel laten zien dat het alles gedaan heeft om aan de normen te voldoen. „Van die uitzonderingsgronden maken Nederland en andere lidstaten als sinds het begin van de KRW gebruik“, schrijft Harbers. „Ook na 2027 blijft dat in beginsel mogelijk.“
Niet enkel landbouw
De problemen zijn er niet enkel in landbouwgebieden. Ook ‘chemische hotspots’ in Zeeland, Rotterdam en bij Amsterdam kennen potentiële problemen met toekomstige lozingen van stoffen. En naast nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen is het water ook verontreinigd met bepaalde metalen en PAK’s (policyclische aromatische koolwaterstoffen). Dat vormt op verschillende plaatsen een probleem om de doelen te halen.
Maar een gedetailleerd beeld geven van die doelen is complex, zegt Harbers in een Kamerbrief. „Het gaat om 745 oppervlaktewaterlichamen met per waterlichaam ca. 140 doelen voor o.a. stoffen, biologie en nutriënten, en 23 grondwaterlichamen met per waterlichaam ca. 12 doelen. Dit komt erop neer dat er in Nederland op grond van de KRW in totaal meer dan 100.000 doelen zijn waarop we kunnen worden afgerekend. Het is daarmee lastig uitvoerbaar om per gebied aan te geven voor precies welke doelen een risico bestaat dat ze niet tijdig gehaald worden.“
Gebiedsprocessen
Een risico-inventarisatie bij de waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat laat zien dat voor ongeveer 30 procent van de te nemen maatregelen het gevaar bestaat dat die niet tijdig uitgevoerd kunnen worden. Dat geldt niet voor het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn, want dat verloopt grotendeels volgens planning. Enkel bij een paar maatregelen uit het Addendum op dat actieprogramma, zoals de aanpak van beekdalen en in grondwaterbeschermingsgebieden, ziet de minister een risico. Daar hangt het af hoe deze worden meegenomen in de provinciale gebiedsprocessen. De minister wil zich daarom inzetten inzetten om te zorgen dat de waterkwaliteitsmaatregelen worden meegenomen in die processen.