De provincie had een veehouder uit Velp wél een natuurvergunning moeten geven
De voorganger van de huidige eigenaar van het bedrijf kreeg in 1994 een Hinderwetvergunning. Daarin stond dat er maximaal 165 melkkoeien en 120 vrouwelijke runderen mochten worden gehouden. Sinds 2006 werd er geen vee meer gehouden en de melktank was al verwijderd. De vorige eigenaar ongeveer 30 paarden, plaatste hij paardenboxen en verwijderde hij 48 ligboxen.
Het bedrijf werd in 2021 overgenomen door een nieuwe eigenaar, die in september 2021 liet weten dat hij weer melkkoeien en jongvee wilde gaan houden. Een lokale milieuvereniging maakte bezwaar bij de provincie hiertegen met het verzoek om handhavend op te treden omdat de stikstofuitstoot een negatief effect zou hebben op de Brabantse Natura 2000-gebieden Sint Jansberg, Oeffelter Meent en Maasduinen.
Volgens de provincie was een nieuwe vergunning niet nodig, omdat de Wet natuurbescherming niet overtreden zou worden. De provincie verwees daarbij naarde in 1994 verleende Hinderwetvergunning. De milieuvereniging stapte daarom naar de rechter.
Oordeel
De rechtbank oordeelt dat de vergunning die de veehouder in 1994 kreeg, inmiddels is vervallen. Bij de overname van het bedrijf was geen sprake van het voortzetten van het oudere project. De herstart is juridisch gezien de start van een nieuw project en daarvoor is een natuurvergunning nodig.
De rechtbank concludeert dat het bedrijf in overtreding is omdat het bedrijf is herstart zonder de benodigde natuurvergunning. Brabant heeft nu drie maanden de tijd om het handhavingsverzoek af te wijzen en daarvoor de onderbouwing aan te leveren. Concreet betekent dit dat de provincie moet ingrijpen bij de veehouderij, tenzij er zicht is op legalisering. Het bedrijf kan ervoor kiezen tussentijds een natuurvergunning aan te vragen; het is dan aan de provincie om te beoordelen wat de gevolgen van het nieuwe project voor de natuur zullen zijn.
Voorbeeld andere bedrijven
Deze zaak is een waarschuwing voor andere veehouders. In Nederland zijn er veel bedrijven (waaronder veehouderijen) waarvoor in het verleden vergunningen zijn verleend en die inmiddels zijn komen te vervallen omdat de bedrijven ondertussen onder andere regelgeving vallen.
Het toelaten van intern salderen zonder een passende beoordeling bij herstart van bedrijven die stil hebben gelegen (waarbij bijvoorbeeld stallen hebben leeggestaan), zou grote gevolgen kunnen hebben. Die bedrijven kunnen dan worden hervat zonder natuurvergunning.
Ook zouden de rechten van deze bedrijven kunnen worden ingezet voor andere projecten (extern salderen). Dit alles zou kunnen leiden tot een enorme toename in neerslag van stikstof (stikstofdepositie) zonder dat een passende beoordeling van de effecten daarvan. 'Dat helpt Nederland niet uit de stikstofcrisis', schrijft de rechtbank.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Agrio archief
Bron: Rechtspraak.nl