Ministerie LNV: 'Blauwtongvaccin is er niet voor februari 2024'

Adema had donderdag een gesprek met vertegenwoordigers van de schapensector. Tijdens deze bijeenkomst gaf Adema aan dat hij erg meeleeft met de veehouders, zo laat een woordvoerder van LNV weten. „Het is verschrikkelijk dat er dagelijks bedrijven worden geïnfecteerd met het blauwtongvirus en er inmiddels duizenden schapen zijn overleden en veel koeien gezondheidsklachten oplopen door dit hardnekkige virus.”

De enige oplossing is vaccinatie. Minister Adema heeft met een aantal farmaceuten een constructief gesprek gehad, legt de woordvoerder uit. „Het belang van ontwikkeling van een vaccin wordt ook door hen erkend: we zien allen de noodzaak in dat er spoedig een vaccin moet komen, maar februari 2024, zoals wordt gewenst, is niet haalbaar. Farmaceuten hebben namelijk aangegeven dat het minimaal zes maanden zal duren vanaf het moment dat besloten wordt om het vaccin daadwerkelijk op de markt te gaan zetten."

Gesprek farmaceuten

LNV blijft in contact met farmaceuten om te kijken of er hobbels weggenomen kunnen worden of processtappen bij de toelating versneld kunnen worden, zo legt de woordvoerder uit. „De bestaande vaccins in de Europese Unie zijn toegelaten voor rund en schaap. De verwachting is dat dat voor nieuwe vaccins ook het geval zal zijn. Het is daarbij wel aan de farmaceuten om te bepalen voor welke diersoort ze een vaccin ontwikkelen en een markttoelating aanvragen. We gaan er echter vanuit dat dit voor beide zal zijn. Er kan wel een situatie ontstaan dat ze dat bijvoorbeeld eerst voor schaap doen en dat rund daarna volgt. Daar zijn dan opnieuw klinische proeven voor nodig.”

Kosten onderzoek

De schapensector deed via een persbericht na het gesprek een aantal oproepen aan de minister. De eerste is om de kosten van het onderzoek naar de verspreiding van het virus, onder meer subklinische besmetting en bloedafname, voor zijn rekening te nemen.

Dit gebeurt op dit moment al. Het onderzoek naar de verschijnselen van het blauwtongvirus en het verloop op bedrijven door de Gezondheidsdienst voor Dieren wordt volledig betaald door LNV. De kosten voor het testen van monsters worden na overschrijding van het bestrijdingsplafonds in het Diergezondheidsfonds ook volledig door LNV vergoed. Dit draagt bij aan het houden van inzicht in de mate van verspreiding van de ziekte.

Ook wordt Adema gevraagd om financiën vrij te maken ten behoeve van de ontwikkeling en afname van een vaccin door de farmaceutische industrie. „Om de ontwikkeling van het vaccin te versnellen zet het ministerie in op versnelde beoordeling en toelating, zodra er een kandidaat-vaccin is ontwikkeld. Ook draagt LNV financieel bij aan Wageningen Bioveterinary Research om een diermodel op te zetten dat farmaceuten kunnen gebruiken voor het testen van de effectiviteit van door hen ontwikkelde blauwtongvaccins. Hiervoor maakt de minister 120.000 euro vrij.

Compensatie

De schapenhouders willen ook dat dierhouders ondersteund worden in de sterk gestegen kosten voor de dierenarts en destructie. Het ministerie laat weten dat het de ontwikkelingen in de sector volgt. „We zien nu dat ongeveer vijf procent van het aantal schapen is overleden. Daarmee zien we nu geen reden voor brede compensatie. Het voorkomen en behandelen van blauwtong is onderdeel van het bedrijfsrisico. De eventuele kosten zullen ondernemers dan ook zelf moeten dragen. We blijven de situatie nauwlettend volgen en blijven in gesprek met de sector om te kijken wat we wél kunnen doen."

De wens van de schapensector om de ooipremie in te voeren, zoals ook in andere landen gebeurt, is nog niet aan de orde. „Een productie- en diergerichte subsidie als de oude ooipremie sluit niet goed aan op de wijze waarop het Nationaal Strategisch Plan (NSP) duurzaam gedrag stimuleert. De minister heeft toegezegd om begin 2024 door te praten met de sector over wat er voor de schapensector gedaan kan worden."