Column: Herfst in de tuinderij
Herfst in de tuinderij
Herfst. De verkleurende en vallende bladeren herinneren eraan dat het tijd is om energie weer naar binnen te richten. Laat los wat je de komende tijd niet nodig hebt en investeer in je wortelgestel, om in het voorjaar weer te kunnen opbloeien. Na een drukke zomer ga ik graag mee in dit ritme. Tijd om te reflecteren op het eerste seizoen een eigen tuinderij draaien.
Ook in de tuinderij doet de herfstrust intrede. De groentebedden die deze zomer vol stonden met planten raken langzaam minder gevuld. De lege compostbedden doen me denken aan februari, toen we de tuinderij net vers hadden aangelegd. Het wonderlijke aan groenteteelt vind ik de korte cycli. Bomen plant je voor de volgende generatie. Bonen zaai je, klimmen razendsnel tot meer dan twee meter hoog, geven enkele weken gulle oogst en gaan dan alweer op hun retour.
Tekst gaat verder onder de foto.
Deze snelle groei maakt wel dat we vanaf eind mei al groentetassen konden vullen met elke week zes verschillende soorten groenten. Vrijdag is mijn favoriete dag van de week, als groente-abonnees hun tas met krakend verse groenten ophalen. Het zijn de opmerkingen als ‘er zit zoveel smaak aan, je proeft echt verschil’ en ‘ik ben veel creatiever gaan koken’ die me steeds een voldaan gevoel geven na een week hard werken.
Koolwitje en woelmuizen
Nog een voordeel van het directe contact met de mensen die uit de tuinderij eten vind ik dat ik ze een stukje mee kan nemen in het verhaal van natuurinclusieve landbouw. Een verhaal waarin groenten niet altijd hoeven te voldoen aan de strenge schoonheidsidealen van supermarkten. Een groente-abonnee vroeg een keer grappend; waarom zit er een gaatje in mijn spitskool? Waarop ik hem vroeg; hou je van vlinders? In de daaropvolgende stilte hoorde je het kwartje vallen. „Ah komt de naam van het koolwitje dan van..”. Het beeld van een levende tuin waarin ook gefladderd mag worden geeft toch een andere associatie aan dat gaatje in de kool.
Dit romantische beeld waar de natuur af en toe een hapje mee eet uit de tuinderij is uiteraard ook wel eens minder rooskleurig. Wanneer driekwart van de zoete aardappels opgegeten blijkt door woelmuizen bijvoorbeeld. Of wanneer de slakkenpopulatie dusdanig is toegenomen na al die natte weken dat de spinazie geen kans lijkt te maken. En wanneer de natuur de gewenste grenzen van de natuurinclusieve landbouw overschrijdt, wat doe je dan?
Genoeg beslissingen om te overdenken de komende maanden, onder een dekentje op de bank.
Eline
De Biesterhof
Howard Koster pacht samen met zijn partner Claudi Rudorf 25 hectare landbouwgrond in Millingen aan de Rijn (GD). Samen zijn zij uitgekozen door burgercoöperatie Land van Ons, dat met geld van leden en investeerders landbouwgrond biodiverser wil maken. Koster heeft voor zijn land een SKAL-certificaat aangevraagd en wil zich dus richten op biologische landbouw. Boerderij De Biesterhof is momenteel niet meer dan een woonhuis met een huiskavel van 25 hectare, dus Koster begint helemaal vanaf nul. Koster studeerde biologische landbouw aan de Wageningen Universiteit en ontmoette tijdens die studie Rudorf. Het was een gezamenlijke droom om ooit een eigen boerderij te gaan bestieren. Koster en Rudorf woonden hiervoor in het Duitse Berlijn. Voor Agrio, de uitgever van deze website, verhaalt Koster over het opzetten van een levensvatbare, duurzame boerderij.
Tekst: Eline Wielemaker
Beeld: Piet Levering