Varkens in nood blijft druk zetten op coupeerverbod
„Het gaat ons veel te langzaam”, zegt woordvoerster Frederieke Schouten van VIN als we haar hierover benaderen. „Maar er zit sinds vorig jaar tenminste wel beweging in. Het is goed dat POV er nu een agendapunt van gemaakt heeft. Maar over het algemeen lijkt het of men in een groot deel van Europa de noodzaak niet voelt om met couperen te stoppen. Er heerst vooral angst voor de consequenties.” Het bevreemdt haar eigenlijk dat we met zijn allen vergeten zijn dat het in feite wettelijk verboden is te couperen: „Al decennia had men zich in moeten zetten om het couperen te stoppen. Gelukkig komt er nu druk op te staan. Dat zullen wij ook blijven doen.”
Geen bloedbad
Schouten realiseert zich ook dat de varkenshouderij uiteraard morgen niet op ieder bedrijf kan stoppen met castreren omdat dat een bloedbad tot gevolg kan hebben. Haar suggestie is: „Ga meer samenwerken. Vermeerderaars en vleesvarkenshouders moeten het samen doen. Ook in Europa lijkt er veel te weinig samenwerking te zijn. Er is bijvoorbeeld in Duitsland ook al een goede risicoanalyse ontwikkeld, jaren geleden, waarmee je op het individuele bedrijf alle risicofactoren in kaart kunt brengen en weet wat je moet aanpassen. Een goede start zou zijn om dat op ieder bedrijf te analyseren. Waarom wordt dat niet gedaan? Nu is er weer meer onderzoek gedaan naar de risicofactoren, maar er is al zóveel informatie beschikbaar. De tijd dringt en er kan al zoveel meer gedaan worden.”
Oneens met POV
VIN blijkt het met één van de uitgangspunten van de POV overigens oneens te zijn. POV stelt dat ‘het uitgangspunt in elk geval moet zijn dat het verantwoord moet zijn om te stoppen met couperen in bestaande en nieuwe stallen’. Schouten zegt hierover: „We denken niet dat het in alle stallen moet kunnen. Vanuit de POV is dit logisch geredeneerd omdat zij voor de varkenshouders moeten staan, maar als VIN staan we voor dierenwelzijn. Als blijkt dat in sommige bestaande stallen niet gestopt kan worden met couperen, dan zullen we van dat (stal)systeem afstand moeten nemen. In oorsprong is couperen ontstaan omdat we de varkens houden op een manier die niet bij hun natuurlijke wroet- en onderzoeksbehoefte past.”
Systeem aanpassen aan varken
Ze vervolgt: „Om te stoppen met couperen moet juist daar dus een daadwerkelijke stap vooruit worden gezet, anders kunnen straks de beste varkenshouders met kunst- en vliegwerk de staarten eraan houden, maar kan de grote groep niet meekomen. Gezondheid van de dieren, darmgezondheid en écht geschikt afleidingsmateriaal zijn de eerste basis voor op een goede manier varkens houden met staarten. Dat zou de basis moeten zijn van een Nederlandse varkenshouderij. Laten we het systeem eindelijk eens gaan aanpassen aan het dier, in plaats van het dier aan het systeem."
Medische indicatie
Op de vraag in de hoeverre VIN couperen op medische indicatie wil blijven tolereren antwoordt de woordvoerster zeer resoluut ‘niet’. „Couperen op medische indicatie is onzin. Deze regel lijkt in de wet opgenomen te zijn om routinematig couperen te gedogen. Als er iets mis gaat waardoor staarten worden gebeten, blijkt er heel goed ingegrepen te kunnen worden door snel veel afwisselend afleidingsmateriaal aan te bieden. En verder moet zo snel mogelijk de oorzaak weggenomen worden (klimaat, ziekte, etc). Maar, om bij problemen bij biggen bestemd voor de vleesvarkenshouderij op de leeftijd van drie dagen de dieren snel te gaan couperen, lijkt mij niet de juiste oplossing.”
Jong beginnen
„Biggen die al vanaf jonge leeftijd sociaal opgroeien met veel goed afleidingsmateriaal, blijken veel socialer en rustiger. Je moet dus jong beginnen”, zegt Schouten. „En natuurlijk moeten varkenshouders ermee leren omgaan. Boeren die krulstaarten houden, herkennen ineens aan de staart hoe het varken zich voelt! Je leert dus op een verse manier naar het varken kijken.” Als er dan nog problemen met staartbijten blijven bestaan, geeft ze een oplossing: „Dan moet er ook scherper naar de genetica gekeken worden. Is de Piétrain te stressgevoelig? Stap er dan van af en kies een meer rustige lijn.”
Oprecht pleidooi
Schouten geeft zelf al aan dat het vanuit de varkenshouderij gezien misschien onrealistisch klinkt, maar toch doet ze een oprecht pleidooi: „Ik zou iedere varkenshouder willen vragen het couperen eens écht vanuit de dieren zelf te bekijken. Geef hen een fatsoenlijk bestaan; dat zou de basis moeten zijn. Wij hoeven de wereld niet te voeden. We moeten voor onze dieren gaan zorgen op een manier die recht doet aan de behoeftes van het varken. Dán pas heeft Nederland, en Europa, een voorbeeldfunctie.”