Graslandbevloeiing op internationale Unesco-lijst van Immaterieel Erfgoed
Het doel van deze lijst is het beter zichtbaar maken van de wereldwijde diversiteit van immaterieel erfgoed, om zo het besef van het belang en de betekenis van immaterieel erfgoed in het algemeen te bevorderen.
Graslandbevloeiing
Samen met andere Europese landen heeft Nederland de techniek van graslandbevloeiing voorgedragen voor de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed. De landschapsbeheerders en vrijwilligers zorgen met deze ingenieuze techniek dat rivierwater via geulen over een weiland stroomt. Hierdoor komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan.
Graslandbevloeiing zorgt ook voor meer biodiversiteit. Nederland kent graslandbevloeiing vanaf de Middeleeuwen. In Overijssel (Landgoed Het Lankheet in Haaksbergen) en Noord-Brabant (De Pelterheggen-De Plateaux in Bergeijk) wordt de techniek toegepast.
Zomercarnaval
Nederland heeft Zomercarnaval Rotterdam voorgedragen voor de Unesco-lijst om de culturele diversiteit van de jaarlijkse straatparade door de Rotterdamse binnenstad. Deze stoet van 5 kilometer met ruim 2500 dansers in kleurrijke kostuums, 25 carnavalsgroepen en praalwagens trekt jaarlijks honderdduizenden bezoekers uit heel Nederland.
Wat is deze lijst precies?
Net als bij werelderfgoed hoort ook bij immaterieel erfgoed een internationale Unesco-lijst. Dit is de Internationale Representatieve Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Hierop staan tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die mensen willen doorgeven aan volgende generaties. Dat vraagt een andere aanpak dan het beschermen van monumenten of museumobjecten. Bij immaterieel erfgoed betekent ‘beschermen’ dan ook levend houden door kennis en vaardigheden uit te oefenen en door te geven aan nieuwe generaties.
Tekst: Robert Hüsken
Robert Hüsken is freelance tekstschrijver en podcastmaker voor diverse bedrijven, media en andere organisaties.
Beeld: Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland
Bron: Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland