Belangenorganisatie pleit voor erkenning kunstmestvervangers en herintroductie van derogatie
Agractie: Nederland heeft geen mestprobleem
Agractie zette de afgelopen maanden de meest recente cijfers op het gebied van mestproductie, plaatsingsruimte, excretie en mestverwerking op een rijtje. Met als belangrijkste conclusie: Nederland heeft geen mestprobleem. Het CDM, Cumela, POV en enkele losse wetenschappers leverden een bijdrage aan het tot stand komen van de mestnotitie.
Geen overschot aan dierlijke mest
De belangrijkste conclusie die Agractie trekt is dat Nederland geen overschot aan dierlijke mest heeft. Ook niet na het wegvallen van de derogatie. De totale plaatsingsruimte van stikstof uit dierlijke mest én kunstmest samen is veel groter dan de totale hoeveelheid geproduceerde dierlijke mest.
De huidige regelgeving werkt volgens Agractie een toename van het gebruik van kunstmest in de hand. Met als gevolg meer uitspoeling, meer CO2-emissie, verslechtering van het bodemleven en een afname van het organisch stofgehalte in de bodem.
Meer stikstof uit dierlijke mest
De boerenbelangenorganisatie pleit dan ook voor het gebruik van meer dierlijke mest en minder kunstmest. Dierlijke mest past beter in de natuurlijke kringloop, bevordert het bodemleven, zorgt voor een toename van het organisch stofgehalte in de bodem en vermindert de uitspoeling op grasland. ‘Met het uitgangspunt van evenwichtsbemesting wordt de jaarlijks door de gewassen geoogste hoeveelheid nutriënten aangevuld door bij voorkeur dierlijke mest,’ luidt de aanbeveling van Agractie in haar notitie.
Tegelijkertijd dringt Agractie aan op de inzet van verwerkte dierlijke mest (Renure) als kunstmestvervanger. En extra ruimte voor het aanwenden van dierlijke mest op al dan niet blijvend grasland, om het kunstmestgebruik in te perken.
Wettelijke ruimte
Agractie stoort zich aan de ruimte die de wetgeving biedt aan het gebruik van kunstmest. Van de totale plaatsingsruimte, variërend tussen de 250 en 385 kilogram stikstof per hectare. Mag een veehouder, bij volledige afbouw van de derogatie, slechts 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest halen. Terwijl er onbeperkt wettelijke ruimte is om de vermindering van de dierlijke mestgift aan te vullen met kunstmest. ‘Een ongewenste ontwikkeling,’ aldus Agractie in haar mestnotitie.
De invoering van de bufferstroken in combinatie met het volledig afbouwen van derogatie verlaagt de gebruiksruimte voor stikstof met 70 miljoen kilogram op jaarbasis. Door het wegvallen van de derogatie mogen veehouders 60 tot 80 kilogram stikstof minder per hectare halen uit dierlijke mest. ‘Een grondgebonden bedrijfsvoering op bedrijfsniveau is voor de rundveehouderij daarmee praktisch onhaalbaar geworden gezien de (financiële) gevolgen voor het verwerven van veel extra grond of samenwerkingsovereenkomsten,’ stelt Agractie in haar notitie.
Wetenschappelijk bewijs
Dat de afbouw van de derogatiebeschikking negatief kan uitpakken, blijkt uit resultaten van een tweejarige veldproef uitgevoerd door Wageningen Livestock Research (WUR) en Onderzoekcentrum B-WARE in Limburg. De proef toont onomstotelijk aan dat het gebruik van kunstmest zorgt voor een hogere uitspoeling dan het gebruik van dierlijke mest (drijfmest).
Daarnaast zorgt dierlijke mest voor een verbetering van het organische stofgehalte in de bodem en een verbetering van de bodembiologie. Daar staat tegenover dat de productie en het gebruik van kunstmest leidt tot een forse CO2-emissie, een hoog energieverbruik en veel ammoniakemissie tijdens de productie. Agractie komt dan ook tot de conclusie dat organische mest van belang is om het organische stof gehalte in de bodem te behouden of te verbeteren.
Organische stof draagt bij aan het vasthouden van koolstof in de bodem, verbetert het waterbergend vermogen van de bodem en draagt bij aan de weerbaarheid van de bodem. De bodem kan gezien worden als een soort ‘pens’ met allerlei bodemschimmels en bacteriën die gezamenlijk zorgen voor een optimale werking van de bodem. Veel kunstmestgebruik zorgt voor het verschalen van bodems en bodemleven.
Meer dierlijke mest op blijvend grasland
Agractie ziet dan ook zwaarwegende redenen om een groter aandeel van de benodigde nutriëntenbehoefte van gewassen in te vullen met dierlijke mest of met verwerkte dierlijke mest, de zogenaamde kunstmestvervangers. Bij evenwichtsbemesting is er in Nederland volstrekt geen overschot aan dierlijke mest op landelijke schaal. Zeker op blijvend grasland dient zo spoedig mogelijk meer dierlijke mest gebruikt te worden, om met een kleine aanvullende kunstmestgift een optimale, gezonde bodem en gewasopbrengst te realiseren.
Kemp ziet, na de verkiezingsuitslag, kansen een nieuwe derogatie weer urgent te maken in de politiek. „De redenen zijn 100 procent plausibel,” stelt Kemp. „Wij gaan daarover de komende weken en maanden veelvuldig gesprekken voeren met Tweede Kamerleden, stakeholders en het Ministerie van LNV.”
Op de vraag of Nederland nog wat af kan dwingen in Brussel antwoordt Kemp: „Er moet beweging komen in Brussel. Maar de kwestie is Brussel wil hier niet aan en gunt het Nederland niet. Maar nu de kaarten in Nederland opnieuw geschud zijn, moeten we opnieuw duidelijk maken hoe urgent deze kwestie is. Dit moet echt meer prioriteit krijgen en moet een nieuwe coalitie in Brussel gaan afdwingen.”
De inzet van Agractie is gericht op het wakker schudden van de politiek, zij zijn namelijk degene die deze zaak voor Nederland opnieuw op de agenda moeten zetten.