VK-Oost, VALA, Stichting Biomassa en De Innovatie Coöperatie bundelen krachten voor de landbouw
In de regionale samenwerking tussen de vier boerennetwerken staan de wensen, ideeën en de aanpak van boeren centraal. Perspectief bieden door innovaties en initiatieven breed toepasbaar te maken in de praktijk is het gezamenlijke doel.
De Achterhoek ontwikkelt zich volgens de partijen steeds meer als koploper op het gebied van kringlooplandbouw. Tegelijkertijd vragen Europese en nationale doelen voor natuur, water en klimaat om veranderingen in het landelijk gebied. 'Dit vraagt om sterke veranderkracht in de regio. Door nog meer samen te werken, willen de vier netwerken meer impact genereren én een grote en diverse groep boeren bedienen door (nieuwe) oplossingen te ondersteunen. De netwerken behouden hun eigen identiteit en doelen. Daarbij wordt onder andere een gezamenlijke regionale agenda ontwikkeld voor de transitie naar toekomstbestendige landbouw', zo staat in het persbericht.
Niet alleen koplopers
Volgens Aleid Diepeveen, programmaregisseur Circulaire Economie en Energietransitie bij 8RHK ambassadeurs, richten de partijen zich juist niet alleen op de koplopers, maar op de gehele Achterhoekse landbouwsector. ‘Ook andere partijen zoals overheden en het bedrijfsleven zijn uitgenodigd om zich aan te melden en aan te sluiten’, vult ze aan. ‘Op het boerenerf komt veel samen, maar de opgaven die er liggen raken niet alleen de landbouw. Denk bijvoorbeeld aan natuur- en energieopgaven en de ruimtevraag die er ligt.’
Perspectief
8RHK ambassadeurs juicht de krachtenbundeling van harte toe. Diepeveen: ‘Wij hebben de partijen uitgenodigd voor een gesprek, omdat ze onderling verschillend zijn en we zien dat ze elkaar versterken. Die samenwerking was er al, maar was veelal ad hoc. We gaan werken aan een herkenbaar aanspreekpunt in en voor de regio. We hebben een grote groep melkveehouders en andere agrarische ondernemers en grondeigenaren aan ons verbonden. Samen met de boeren en andere partijen zetten we de schouders eronder en werken we aan perspectieven voor de Achterhoekse landbouw.’