Adema: NV-gebieden aanwijzen op basis van recentere data is risico

Een nipte meerderheid van 78 stemmen nam donderdag een motie van André Flach (SGP) aan, waarin het demissionaire kabinet wordt verzocht om gebieden waar op basis van meer recente bronnenanalyses sprake is van een bijdrage van de landbouw aan de nutriëntenbelasting van negentien procent of lager, niet aan te wijzen als ‘met nutriënten verontreinigde' gebieden.

Afspraken EU

Landbouwminister Piet Adema schrijft dat de aanwijzing van de NV-gebieden een implementatie is van de bindende derogatiebeschikking. Als hij de aangewezen NV-gebieden gaat aanpassen, dan worden afspraken niet nagekomen. 'Daarmee zou de gehele aanwijzing op het spel worden gezet, en dat brengt het risico met zich mee dat heel Nederland (behalve het rivierengebied) als NV-gebied moet worden aangewezen (zoals bepaald in de beschikking)'.

Minder dierlijke mest

Een ander gevolg is volgens de minister dat Nederland dan per direct geen gebruik meer mag maken van de gunstige voorwaarden uit de derogatiebeschikking. Dit betekent dat de Commissie de plaatsingsruimte voor dierlijke mest zou terugschroeven naar 170 kg N/ha. 'De gevolgen hiervan voor de agrarische sector en de reeds zeer gespannen mestmarkt zouden zeer ingrijpend zijn', aldus Adema.

Voor de bepaling van de NV-gebieden is landsdekkende data gebruikt, omdat niet alle waterschappen actuele gegevens hebben. Er zou dan rechtsgelijkheid kunnen ontstaan,legden ambtenaren van het ministerie van LNV woensdag al uit in de Kamer.

Actualisatie

De motie van Flach vraagt ook aan het kabinet om een bronnenanalyse te actualiseren, waarmee op basis van de waterkwaliteit bepaald wordt of een gebied verontreinigd is of niet. Deze aanpassing wil de minister zo snel mogelijk in samenspraak met waterschappen en provincies doen, zodat deze voorafgaand aan het traject richting het 8e Actieprogramma Nitraat is afgerond.

Adema geeft wel een winstwaarschuwing mee. 'Een actualisatie van de bronnenanalyse betekent overigens niet bij voorbaat dat de bijdrage van de landbouw aan de verontreiniging minder gaat worden. De bijdrage van de landbouw wordt namelijk afgezet tegen de bijdrage van andere bronnen, waardoor de bijdrage van de landbouw ook groter kan worden, als de verontreiniging van andere bronnen bijvoorbeeld harder gedaald is dan die van de landbouw.'