LTO Nederland: 'Innovatiespoor moet veel sneller van de grond komen'
Demissionair ministers Piet Adema en Christianne van der Wal publiceerden dinsdagavond meerdere Kamerbrieven over het NPLG en stikstof. De brieven komen nu naar buiten omdat er volgende week debatten zijn over de begroting van LNV. Een meerderheid van de Tweede Kamer besloot na de val van het kabinet het stikstofdossier niet contorversieel te verklaren, waardoor de ministers plannen door kunnen zetten. Er wordt extra geld vrijgemaakt voor de stoppersregelingen.
Perspectief ontbreekt
Op het gebied van innovatie zijn de beleidsbepalers minder scheutig, zie ook LTO Nederland. 'Uit de brief ‘voortgang innovatie emissiereductie veehouderij’ blijkt dat er amper voortgang geboekt wordt met vergunningverlening. Het is zorgwekkend dat perspectief op vergunningverlening ontbreekt voor boeren, die juist via innovatie (zoals stalsystemen, voer-, mest-, landgebruik of andere managementmaatregelen) hun stikstofuitstoot terug willen dringen', schrijft LTO.
De belangenbehartiger baalt er stevig van. 'Wat LTO betreft moet het innovatiespoor echt sneller van de grond komen. De houding moet zijn 'hoe kan het wel', in plaats van de focus op 100 procent zekerheid. We zien daar ook goede mogelijkheden toe, zoals het toekennen van een onzekerheidsmarge.'
Veel tijd
De opties die het ministerie volgens LTO geeft, duren te lang. 'De minister richt zich op het publiceren van een ‘handreiking’ en overweegt het subsidiabel stellen van nageschakelde technieken. Het ministerie heeft een aantal richtingen uitgezet om vergunningverlening weer open te zetten. Dat zijn mogelijk goede richtingen, maar ze kosten veel tijd.'
Minister Adema: 'We staan voor een dilemma'
Minister Adema schrijft in zijn brief over innovatie:
'We staan voor een dilemma: agrarische ondernemers hebben emissiearme stalsystemen en technieken nodig om (stikstof)uitstoot te beperken, maar wanneer de stikstofemissie van emissiearme stalsystemen en technieken in de praktijk onvoldoende zekerheid geeft op individueel bedrijfsniveau, is het lastig hiervoor natuurvergunningen te verlenen. Dit bemoeilijkt de toepassing van innovatie in de praktijk. Het kabinet spant zich tot het uiterste in om die situatie te doorbreken.'