Wat wil de boerenzwaluw?
De luchtacrobaat van het boerenerf
‘Eén zwaluw maakt nog geen zomer’, is een bekend spreekwoord. Het betekent dat wanneer iets goed gaat, niet gelijk álles goed gaat. Na de overwintering komen de zwaluwen druppelsgewijs Nederland binnen en vliegen ze gelijk door naar hun vaste broedplek. Dat is al vroeg in het voorjaar. Het zien van een boerenzwaluw betekent dat de zomer nadert, maar dat de echte zomer meestal nog ver weg is.
Kenmerken
De boerenzwaluw is blauwzwart van boven. Het voorhoofd en de kin zijn rood met een zwarte borstband. Voor de rest zijn ze roomwit. Ze hebben een lange gevorkte staart en vliegen behendig door de lucht om insecten te vangen. Om te drinken vliegen ze vlak boven het wateroppervlak en steken af en toe hun snavel in het water.
De boerenzwaluw heeft een kwetterende, zeer snelle zang bij nest en in vlucht. Volg de linkjes om te luisteren.
Boerenzwaluw geluiden:
Broeden
De boerenzwaluw broedt in los kolonieverband in de periode mei-augustus. Soms is er nog een tweede legsel in juni-juli, of zelfs een derde legsel in augustus, maar dit is afhankelijk van weer en voedsel.
Ze leggen 2 tot 6 eieren en de broedduur is 12-16 dagen. De jongen zitten zo'n 20-24 dagen op het nest, maar als het weer slecht is, blijven ze daar wat langer hangen.
Nest en leefgebied
De nesten van de boerenzwaluw zijn heel kenmerkend. Ze metselen deze van klei en leem, vaak op randen en richels in open koeien-, varkens- of paardenstallen. Zowel hoog als laag, maar ook wel onder bruggetjes, bij sluizen of andere beschutte plekken. Ze vliegen wel 2.000 keer met een snaveltje modder naar hun broedplek om een goed nest te metselen.
Vaak is de boerenzwaluw te vinden in de omgeving van water, waar de zwaluwen rakelings overheen scheren om insecten te verzamelen.
Voedsel
De boerenzwaluw zoekt zijn voedsel in de lucht. Ze eten enorme hoeveelheden kleine vliegende insecten, vooral muggen en vliegen, die in volle vlucht worden gevangen. Bij een nest met vijf jongen worden per etmaal 6.000 insecten aangevoerd.
Vogeltrek
In september en oktober kunnen grote groepen boerenzwaluwen gezien worden. Ze verzamelen zich dan voor de lange reis naar het zuiden. De boerenzwaluwen die in Nederland broeden, overwinteren op veel verschillende plekken beneden de Sahara, van het meer westelijk en centraal deel tot meer zuidelijk. Tussen eind maart en begin juni (met de piek in mei) keren ze terug naar ons land. Ze maken gebruik van gunstige winden om de terugreis met zo weinig mogelijk energie af te leggen. Door de grote variatie in overwinterplekken leggen ze ook verschillende afstanden af tijdens de trek, maar al gauw 6.000-8.000 kilometer. Een proef met piepkleine geolocators op de rug van deze vogels liet zien dat ze daarbij enkele honderden kilometers per dag aflegden.
Verspreiding en aantallen
In het laatste kwart van de twintigste eeuw is het aantal boerenzwaluwen afgenomen, waarschijnlijk als gevolg van modernisering van landbouwbedrijven en intensivering van grondgebruik. Hierdoor was er minder voedsel en nestgelegenheid. Sinds de eeuwwisseling is de stand stabiel tot licht herstellend, waarschijnlijk door de toename van paardenstallen in Nederland. Per provincie verschilt het beeld. Recentelijk (sinds 2019) is er een scherpe daling te zien, waarvan de oorzaak nog onbekend is, maar mogelijk heeft het te maken met de situatie in hun overwinteringsgebieden.
Beheertip; wat kun jij doen?
Sluit je schuur niet helemaal af maar laat bijvoorbeeld een bovendeur openstaan, of zorg voor een permanent open raam. Enkele kunstnesten kunnen de zwaluw tot broeden aanzetten. Belangrijk is dat de boerenzwaluw-nestkommetjes geplaatst worden in open schuren, onder een fors bemeten dakoverstek of onder balkons. Zorg dat deze zo geplaatst worden dat marters of de poes er niet bij kunnen.
Wanneer in de omgeving voldoende klei en insecten voorhanden zijn, is de kans groot dat de zwaluwen er zelf enkele nesten bij bouwen. Wie last heeft van de uitwerpselen van de zwaluwen kan het beste onder de nesten een eenvoudig plankje monteren. Open water en bloeiende bermen en graslanden zijn belangrijk voor de voedselvoorziening van zwaluwen.
Boerenzwaluw in het kort
Aanwezig: Maart-oktober
Voedsel: Insecten (vooral enorme hoeveelheden muggen)
Aantal: 250.000-340.000 broedparen in Nederland (in 2018-2020)
Broedtijd: Broedt in los kolonieverband in de periode mei-augustus
Aantal eieren: Per legsel 2-6 eieren
Aantal legsels: Soms nog een tweede legsel (juni-juli) of zelfs derde legsel (augustus) afhankelijk van de omstandigheden (weer/voedsel)
Broedduur: 12-16 dagen
Uitvliegen: 20-24 dagen na uitkomen
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Beeld: Marcel van Kammen, Elwin van der Kolk