Phytophthoraresistentie door cisgenese
Weerbaarder
In de veldproeven van het project Duurzame Resistentie tegen Phytophthora (DuRPh) blijkt dat aardappelen die meerdere aardappelgenen tegen phytophthora ingebouwd hebben gekregen weerbaarder zijn tegen de schimmelziekte dan de planten die dit niet hebben. In het onderzoek is gewerkt met de rassen Première (vroeg), Desiree (middel) en het zetmeelras Aveka (laat). Van elk ras zijn meerdere proeven uitgezet, elk met een andere combinatie van setjes genen.
Op het proefveld in Wageningen zijn de verschillen duidelijk zichtbaar. Aardappelen die via cisgenese (gestapelde) resistentie ingebouwd hebben gekregen, zien er over het geheel nog vitaal uit, terwijl bij onbehandelde soortgenoten het loof volledig dood is. Op een aantal veldjes zijn de aardappelen doodgegaan, terwijl er wel genen zijn ingebouwd. ‘Het gen zit er dan wel in, maar het is op de verkeerde plaats terechtgekomen en komt niet tot expressie’, zegt programmacoördinator Anton Haverkort.
R-genen
De onderzoekers hebben inmiddels tien R-genen gevonden waarmee ze de resistentie tegen phytophthora kunnen inbouwen. ‘Er zijn geen honderden, slechts enkele tientallen. We moeten er dus zuinig op zijn’, zegt Haverkort. Om te voorkomen dat phytophthora ook de resistentie van deze R-genen van de aardappel kan doorbreken is het belangrijk om een mix van de genen in te zetten, zodat er zoveel mogelijk verschillende setjes ontstaan. Phytophthora heeft 600 tot 700 genen waarmee het stofjes (effectoren) maakt om een aardappel aan te vallen. ‘Het is een slim organisme.’
Op welke termijn akkerbouwers gebruik kunnen maken van aardappelen die middels deze techniek zijn behandeld, hangt sterk af van wanneer Brussel een besluit neemt over het toestaan van cisgenese. Als er groen licht is, kunnen deze aardappelen op korte termijn beschikbaar zijn, meent Haverkort. ‘In principe kun je over twaalf maanden al de eerste knollen hebben. De genen hebben we immers al.’
DuRPh
In het project DuRPh werken Wageningse onderzoekers tien jaar lang samen aan nieuwe aardappelrassen die duurzaam resistent zijn tegen phytophthora. Met cisgene modificatie of cisgenese worden genen uit aardappelplanten ingebouwd. Dit in tegenstelling tot genetische modificatie waarbij de plant soortvreemde genen meekrijgt.
Het project is in 2006 gestart. De komende drie jaar richt DuRPh zich nog op het uitbouwen van de kennis. Ook wil ze proberen de stapeling van resistentiegenen uit te breiden naar vier. ‘Als de industrie over enkele jaren de techniek van ons overneemt, willen we zoveel mogelijk kennis bij deze partijen kunnen neerleggen.’ DuRPh houdt het met haar onderzoek bij de drie rassen. ‘Het transformeren van onze kennis naar andere rassen zal uiteindelijk wel via andere kanalen gaan.’