Overijssel wacht mogelijke Brusselse aanpassing van beschermde status wolf af
GS van Overijssel antwoord dat op schriftelijke vragen van BBB-Statenlid Martien van ’t Hul. Het statenlid uit Zalk wilde duidelijkheid over veel vragen rondom de wolf, maar het Overijsselse college kan die in veel gevallen (nog) niet geven. Bijvoorbeeld over het aanwijzen van wolvengebieden waar het dier permanent gevestigd is, zoals in Drenthe en Gelderland.
Geen meerwaarde
In Overijssel is dat nu nog niet het geval, maar het huidige GS is net als het vorige geen voorstander: „Het idee hierachter is dat in wolvenleefgebieden dierhouders een beroep kunnen doen op een subsidie voor wolfpreventieve maatregelen en -middelen. Het vorige College heeft ervoor gekozen om de subsidieregeling voor wolfpreventieve middelen in heel Overijssel van kracht te laten gelden. Dat geldt ook voor de Calamiteitenregeling Wolf. Het aanwijzen van een wolvenleefgebied levert daarmee geen meerwaarde op en lastige discussies (waar houdt dan precies de grens op van zo’n gebied) worden vermeden.”
Er is wel duidelijkheid over het aantal aanvragen in Overijssel na door wolven aangevallen vee: tot eind december 2023 zijn er 12 subsidieverzoeken ingediend, waarvan er 9 zijn toegekend. De overige 3 verzoeken zijn nog in behandeling.
Ter plekke
Op de vraag van het BBB-Statenlid of GS mogelijkheden ziet om de subsidiebedragen te verruimen of beter aan te laten sluiten bij de praktijk wordt ontkennend geantwoord: „Uitgangspunt was een transparante en niet te ingewikkelde regeling die aansluit bij de Algemene Subsidieverordening van de provincie Overijssel. Juist de inzet van een adviseur, die ter plekke van de aanvrager de situatie bekijkt, maakt dat er een advies (aanpassingen, extra maatregelen) wordt gegeven dat ter plekke het beste uitpakt.” Ook is al eerder afgesproken dat deze subsidieregeling wordt geëvalueerd en daarna eventueel aangepast.
Van ’t Hul wilde verder weten hoe de berekening van maximaal 20.000 euro aan subsidie voor wolfwerende maatregelen tot stand is gekomen. Zij verwijst daarbij met name naar grote professionele schapenhouders waarvoor dit bedrag ontoereikend zou zijn. Volgens GS heeft die 20.000 euro te maken met Europese regels voor staatssteun aan agrarische bedrijven.
Markwaarde
Een vast subsidiebedrag per aangevallen schaap ziet Overijssel niet zitten: „De marktwaarde van landbouwhuisdieren varieert voortdurend. Als de regeling hiervan afhankelijk wordt gemaakt, is voortdurende aanpassing nodig.”
Overijssel is het wel met het Statenlid eens dat uitbetaling na een wolvenaanval sneller moet. Tijdswinst is mogelijk door alle administratieve handelingen sneller te laten verlopen: „Schade-afhandelingsorganisatie BIJ12 is daar reeds mee bezig.”
DNA-onderzoek
Wel wijst het college op een risico: „Het achterhalen of er sprake is van een wolvenaanval kost flink wat tijd. Speeksel uit de wonden van het gedode dier moet uitsluitsel geven door middel van DNA-monstername. De juiste bepaling vergt een uitgebreide laboratoriumprocedure waardoor de juiste uitslag een tijdsverloop van 8-10 weken betreft. Eerder al schade uitkeren kan ertoe leiden dat wanneer dieren niet door wolven gedood zijn, het uitgekeerde bedrag teruggevorderd moet worden.” Volgens Overijssel is dat laatste onwenselijk voor zowel de veehouder als de provincie.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: PXhere