Pieter Winsemius en Kees de Pater over Aanvalsplan Grutto
‘Afwaardeervergoeding grond hoopvol spoor voor grutto’
Dit Topartikel wordt jou gratis aangeboden door de redactie van Agrio.
„De grutto wacht niet op ons.” Het is een kort zinnetje tussen alle andere bevlogen zinnen door, die Pieter Winsemius uitspreekt. Voor de kartrekker en het boegbeeld van Aanvalsplan Grutto gaat het uitrollen van beleid om zowel de grutto te helpen als de boeren die met gruttobeheer aan de slag willen, niet snel genoeg. Tegelijkertijd is hij ook optimistisch in het gezamenlijke interview met Kees de Pater van Vogelbescherming.
In 2020 lanceerde Winsemius het plan samen met een paar anderen om in inmiddels 35 kerngebieden 1.000 hectare aaneengesloten gruttoland te realiseren. Na een start in enkele gebieden is er vorig jaar flink opgeschaald en zijn de provincies in 26 gebieden gestart. De Pater: „De opschaling is door de meeste provincies gedaan, maar dat betekent niet dat het overal even goed loopt. Geld is voorlopig ook geen probleem, er is 67 miljoen euro extra voor vrijgemaakt door het Rijk. Het wegzetten van die extra gelden in de vorm van zwaar beheer gebeurt in al die 26 gebieden.”
„Maar”, zegt Winsemius, „het zware beheer werkt onvoldoende. Voor de grutto en de andere weidevogels heb je nog veel zwaarder beheer nodig. Dan praat je over minimaal 30 tot 40 procent kruidenrijk grasland in de kerngebieden met enkel vaste mest en uitgestelde maaidata. Daar zitten we nog niet aan.”
Risico langjarige contracten
Volgens Winsemius zijn daar twee oorzaken voor aan te wijzen. In de eerste plaats moet er na bijna vier jaar nog steeds een beheervergoeding worden vastgesteld voor gruttobeheer. Ondanks zijn ongeduld formuleert Winsemius het netjes. „Dat moet onderzocht worden en gelukkig is Wageningen Universiteit daar nu mee bezig. Bij zwaar beheer praat je over 1.300 euro per hectare, maar voor gruttobeheer praat je al snel over 2.000 euro of meer per hectare. Dat is dus een hele andere categorie inkomstenderving.”
De tweede oorzaak betreft de duur van de contractperiode. „Een boer heeft langjarige contracten nodig, want hij moet zijn hele bedrijfsvoering op de kop gooien. Dat kost erg veel geld, je praat al snel over 40 tot 50 procent van het inkomen. Dan moet je wel zekerheid hebben dat de inkomstenderving opgevangen wordt via het ANLb, maar ook voor lange tijd. Het GLB gaat over zes jaar, maar wordt altijd vervolgd met een nieuwe periode. Dat is dus vrij zeker, maar zowel de penningmeester van het Rijk als die van de provincies vragen aan de ander om daar een garantie voor af te geven. Het is een erg klein risico; misschien slechts 2 procent dat het er niet komt in een nieuwe GLB-periode.”
Mocht het toch misgaan met de financiering, dan is er altijd nog een mogelijkheid om het licht agrarische beheer te schrappen stelt Winsemius. „Dat is een harde maatregel, maar in theorie zou het kunnen. Overigens hoop ik dat we daar nooit aan toe zullen komen, want het is teleurstellend voor de boeren die daar mee bezig zijn. Maar als je daar afspraken over maakt, breng je het risico tot nagenoeg nul terug, dus eigenlijk is er geen risico. Ze komen daar echter niet uit en daar worden wij een beetje kriebelig van.”
Er lijkt ondertussen wel een oplossing te ontstaan. De agrarische collectieven mogen naast contracten van zes jaar ook contracten voor twaalf jaar afsluiten, stelt De Pater. „Dat heeft minister Van der Wal eind januari aangegeven tijdens de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer. Ook als de gelden uit het GLB zouden wegvallen en we dat vanuit Nederland zelf financieren, ziet Brussel het niet als staatssteun. Dat is dus geregeld en een mooie eerste stap.”
Grond afwaarderen
Doordat de nieuwe Tweede Kamer 1,3 miljard euro verschoof op de Rijksbegroting komt er ook geld beschikbaar voor provincies om gronden af te waarderen. Winsemius: „Dat is een spannende optie, een spannende keuze die geboden gaat worden. Voor boeren die aan gruttobeheer willen gaan doen, betekent dit dat er in één keer 30 tot 40 procent van de grondwaarde wordt uitgekeerd bij extensiveren. Die route wordt waarschijnlijk deze zomer opengesteld voor een serie gebieden. Dat is nog niet op de schaal die grutto’s en andere weidevogels nodig hebben, maar er komt dan wel beweging.”
Deze regeling is er mede gekomen naar aanleiding van een proef in Friesland. Door een afwaardeervergoeding uit te betalen in combinatie met een ANLb-pakket ontstaan daar nu de eerste gruttoboerderijen. De Pater: „Een aantal provincies zoals Zuid-Holland, Friesland en Utrecht hebben hiervoor in het PPLG voorstellen gedaan. Friesland heeft hier bijvoorbeeld 20 miljoen euro voor ingediend en er is een redelijke kans dat dit doorgaat. Hoeveel het totale budget is voor deze regeling, is nog afwachten.”
Winsemius verwacht dat Overijssel en Groningen hier nog bij gaan aanhaken. „De provincies moeten hun ingediende plannen nog wel voor 1 april aanpassen van de minister en dan zouden in het najaar die gelden vrij kunnen komen. Dat betekent dat provincies, collectieven en boeren in de zomer al plannen kunnen gaan maken.”
Verkiezingsuitslag
Of de verkiezingsuitslag van zowel de Provinciale Staten als de Tweede Kamer nog roet in het eten kan gooien, wil Winsemius geen grote uitspraken doen. „Het is nog even afwachten, maar ik ben best positief. De BoerBurgerBeweging bestond eerst uit één persoon, nu zijn er overal gedeputeerden en meerdere BBB-kamerleden. Cor Pierik en Maurits von Martels bijvoorbeeld zijn hier enthousiast over. BBB zit dicht bij de boer en veel boeren willen dit ook. Het mooie is dat de grutto en de boer elkaar nodig hebben. De grutto kan niet bestaan zonder boeren, punt. Plus, een deel van die landbouw kan niet zonder een ander verdienmodel, waar die weidevogels een rol in spelen. Als je dan een beetje verstand hebt, en de meeste mensen hebben wel een beetje verstand, ook die bij de provincies, dan is dit een te mooie kans om te laten lopen.”