Onderzoekers maken gehakt van landbouwvrijstelling en pleiten voor afschaffing instrument
De landbouwvrijstelling is een fiscale regeling die ervoor zorgt dat een ondernemer met grond geen belasting hoeft te betalen over waardeverandering hiervan. Het instrument bestaat sinds 1919 en heeft als doel om de eigenaar-agrariër en eigenaar-verpachter gelijk te behandelen.
Daar is op dit moment geen sprake meer van door de invoering van de Wet inkomstenbelasting in 2001. Het heeft zelfs het tegenovergestelde effect. De eigenaar-verpachter wordt in de heffing betrokken, terwijl de eigenaar-agrariër die aanspraak maakt op de landbouwvrijstelling, juist geen aanspraak kan maken op de landbouwvrijstelling (zie kader).
LTO wil behoud vrijstelling
LTO Nederland is voorstander van de regeling, omdat deze boeren kan helpen bij belangrijke beslissingen en grote toekomstige investeringen. Het gaat dan om bijvoorbeeld bedrijfsbeëindiging, bedrijfsoverdracht of aankoop van landbouwgrond. „De landbouwvrijstelling draagt daarmee bij aan een gezond en duurzaam toekomstperspectief van huidige én toekomstige generaties boeren en tuinders.” zegt Eric Douma, portefeuillehouder Ondernemerschap en Onderwijs van LTO Nederland.
De redenen die LTO noemt, zijn ook argumenten waarom de regeling eerder in het leven is geroepen. De landbouwvrijstelling zou namelijk een positief effect hebben op de grondmarkt (prijsvorming en mobiliteit), de financiering van (overdracht van) landbouwondernemingen, de vermogenspositie van boeren, het concurrentievermogen van de Nederlandse agrosector en de (mogelijkheden voor) verduurzaming van de sector.
De onderzoekers van SEO kijken daar anders naar en vinden dat dit niet het geval is.
Grondmarkt
Prijzen op de grondmarkt zijn de afgelopen decennia fors gestegen, onder andere door de inflatie. Marktontwikkelingen, zoals schaalvergroting, zijn hier de oorzaak van. Onderzoekers zien geen samenhang met de landbouwvrijstelling. Ook verwachtingen van prijsontwikkelingen, oftewel 'schaarstewinst' spelen een rol. Door de landbouwvrijstelling blijven deze gevrijwaard van heffing, terwijl deze schaarstewinsten juist belast moeten worden, menen de onderzoekers.
Bedrijfsopvolging
Ook bij bedrijfsovernames en financiering is het effect van de landbouwvrijstelling laag, omdat boeren nu gebruik kunnen maken van de bedrijfsopvolgingsregelingen.
Statistieken laten dit ook zien. In een jaar tijd worden evenveel of meer ondernemingen overgedragen zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de landbouwvrijstelling. Daar tegenover staat wel dat waar gebruik wordt gemaakt van de landbouwvrijstelling in het jaar van de overdracht, dit veel geld oplevert. In sommige gevallen blijkt de landbouwvrijstelling niet nodig voor de overdracht, maar levert dit een fors belastingvoordeel op voor de verkoper.
Door de inzet van de landbouwvrijstelling, en dus het in balans brengen van de belastingbetaling, plukken vooral vermogende boeren met veel grond vruchten van het instrument. Het gaat dan volgens de onderzoekers om tien procent van de agrarische ondernemingen. Andere grondeigenaren betalen wel belasting over de gerealiseerde waardeveranderingen van de grond.
Concurrentie
Een betere werking van de grondmarkt, meer financieringsmogelijkheden, en efficiënte overnames in de landbouwsector kunnen in theorie bijdragen aan de concurrentiepositie van de Nederlandse landbouwsector en (mogelijkheden voor) verduurzaming. De concurrentiepositie wordt meer bepaald door bijvoorbeeld de productiviteit en het innovatievermogen van de sector, dan door een vrijstelling voor vermogenswinst op grond.
Productiviteit en innovatievermogen kunnen uiteraard beïnvloed worden door de grondmarkt of mogelijkheden voor financiering, maar de landbouwvrijstelling speelt hier een beperkte rol in.
Geleidelijke afschaffing
Al met al concluderen de onderzoekers dat de landbouwvrijstelling niet doelmatig en doeltreffend is. Daarom zien ze afschaffing als de meest logische route. Met een passende overgangsregeling, zou dit op korte termijn haalbare kaart kunnen zijn. Een andere optie is hervorming van het instrument. Dit vinden de onderzoekers niet logisch, omdat er doelmatigere instrumenten zijn.
Onrust bij boeren
Kritiek op de landbouwvrijstelling is niet nieuw. Ook de Algemene Rekenkamer concludeerde eerder al dat het instrument niet werkt. De regering zei toen dat het deze evaluatie af wil wachten. Het lot van dit instrument ligt in handen van het nieuwe kabinet.
LTO Nederland waarschuwt de politiek om, zoals de evaluatie bepleit, versobering of afschaffing van de landbouwvrijstelling niet in de kabinetsformatie op de agenda te zetten. Dit zorgt voor onnodige onrust bij boeren. „Juist in deze tijd waar boeren en tuinders een helder en concreet toekomstperspectief nodig hebben op weg naar een toekomstbestendige en duurzame landbouw is de landbouwvrijstelling een gericht en passend instrument.” aldus Eric Douma. „Versobering of afschaffing is voor LTO Nederland daarom onbespreekbaar.”
Achtergrondinformatie
De landbouwvrijstelling bestaat al lang en had als oorspronkelijk doel om de eigenaar-agrariër (die landbouwgrond zelf gebruikt in zijn onderneming) en de eigenaar-verpachter (die landbouwgrond verpacht) fiscaal gezien gelijk te behandelen. Indertijd bestond er een fiscale ongelijkheid tussen beide. Die kwam voort uit de toen bestaande situatie waarin de eigenaar-verpachter van landbouwgrond bij de vervreemding van grond geen belasting over de winst voortkomend uit de waardeverandering van de desbetreffende grond was verschuldigd, terwijl de eigenaar-agrariër dat wel was. Het oorspronkelijk beoogde doel van de landbouwvrijstelling was het vereffenen van deze ongelijkheid door de eigenaar-agrariër vrij te stellen van belastingheffing op de waardeverandering van landbouwgrond bij vervreemding.
Voorbeeld
Agrariër A (die voldoet aan de Wet inkomensbelasting) verkoopt een perceel aan agrariër B, die de grond wederom als landbouwgrond zal gaan gebruiken.
Het perceel wordt verkocht voor 75.000 euro, wat tevens de waarde is van de grond in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB).
De boekwaarde van het perceel is 25.000 euro. Door de verkoop van het perceel maakt agrariër A een winst van 50.000 euro.
Als gevolg van de landbouwvrijstelling is de boekwinst vrijgesteld van inkomstenbelasting.
Transactieprijs (75.000 euro) - boekwaarde (25.000 euro) = winst (50.000 euro)
Transactieprijs (75.000 euro) - WEVAB (75.000 euro) = belast (0 euro)
De waarde van in het economisch verkeer bij voortgezette agrarische bedrijfsuitoefening (WEVAB) (75.000 euro) - boekwaarde (25.000 euro) = vrijgesteld (50.000 euro)
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bronnen: SEO Economisch Onderzoek, LTO Nederland