Kabinet wil met afroming rechten melkvee, pluimvee én varkens crisis op mestmarkt te lijf gaan
Het plan van het kabinet is om op korte termijn het afromingspercentage bij de overdracht van fosfaatrechten buiten familieverband in de melkveehouderij te verhogen van 10 naar 30 procent. Daarnaast gaat Adema ook een afromingspercentage van 30 procent voor varkens- en pluimveerechten invoeren bij een overname buiten familieverband. Dit zal ook van toepassing zijn in het geval een bedrijf met productierechten in zijn geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen aan een andere veehouder.
Voor dit voorstel is een aanpassing van de Meststoffenwet noodzakelijk. De minister bekijkt bij de uitwerking van dit voorstel of er disproportionele gevolgen voor boeren zijn en of deze voorkomen kunnen worden.
Bijdrage Lbv aan verlaging mestproductie
Adema wil met het afromingsvoorstel de druk op de mestmarkt verlichten en voorkomen dat het mestproductieplafond in 2025 wordt overschreden. De minister verwacht dat de huidige twee landelijke beëindigingsregelingen (Lbv en Lbv-plus) daar ook aanzienlijk aan zullen bijdragen. Hoeveel exact, is nog niet duidelijk. Naar schatting zal het bij een afroming van 30 procent bij transacties buiten familieverband gaan om miljoenen kilo's stikstof.
Samenhangend pakket
Het afromen van de rechten is naast een brede stoppersregeling (zie kader) één van de maatregelen uit het plan van aanpak dat Adema op verzoek van de Kamer opstelt om de mestmarkt het hoofd te bieden. Hij benadrukt daarbij dat alle maatregelen in samenhang met elkaar gezien moeten worden. Geen cherrypikking dus.
De meeste voorstellen zijn opgesteld voor de melkveehouderij. In het addendum bij het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en in de Kamerbrief over de toekomst kondigde het kabinet al aan dat het naar een grondgebonden melkveehouderij in 2032 wil toewerken. Om dit te bereiken, werkt de minister nu een graslandnorm en voerspoor uit. Hiermee moeten de mestproductie en mestplaatsing op bedrijfsniveau meer in evenwicht worden gebracht. Ook moet dit ten goede komen aan de waterkwaliteit.
Lees ook: Kabinet wil graslandnorm van 0,35 hectare grasland per GVE vanaf 2032
Nieuwe derogatie uit zicht
De waterkwaliteit moet verbeterd worden, want dat is ook de reden dat er volgens Adema totaal geen zicht is op een nieuwe derogatie voor Nederland, zoals onder andere de BoerBurgerBeweging graag zou willen. De minister is bang voor flinke financiële gevolgen voor Nederland en individuele bedrijven als Nederland zich niet aan de normen houdt. ‘Brussel’ kan een ‘infractieprocedure’ starten én de huidige derogatiebeschikking versneld kunnen afschalen.
Adema schrijft: ‘Het vergroten van de mestplaatsingsruimte door het schrappen van of beperken van de voorwaarden uit de derogatiebeschikking, is eveneens geen begaanbare weg. Dit kan namelijk grote gevolgen hebben, ook voor de agrarische sector. Dit zijn voorwaarden van de huidige derogatiebeschikking, die indien de voorwaarden niet worden nagekomen, kan worden ingetrokken.’
Coulance
Volgens Adema is coulance vanuit Europa ver weg, omdat Nederland niet aan de eisen voor waterkwaliteit voldoet. ‘De Europese Commissie heeft duidelijk aangegeven geen enkele ruimte te zien voor een nieuwe of aangepaste derogatie, ook niet voor een derogatie die zich zou beperken tot grasland en tot grondgebonden bedrijven, omdat er in Nederland geen verbetering is te zien in de waterkwaliteit.’
Daarmee wordt de grootste nachtmerrie van boeren werkelijkheid. In de Sterke Erven-monitor van Agrio, een onderzoek onder 1.362 boeren, gaf liefst 73 procent van de boeren aan zich zorgen te maken over strengere regelgeving vanwege de Europese strenge Kaderrichtlijn Water waar Nederland aan moet voldoen.
Ruimte dierlijke mest voor akkerbouw
Niet alle opties snijden volgens Adema hout. Zo is ook gekeken of de beschikbare ruimte voor dierlijke mest in de akkerbouw beter benut kan worden. Dit is maar beperkt mogelijk, omdat het gebruik van dierlijke mest in de akkerbouw minder geschikt is voor bepaalde grondsoorten en/of gewassen.
Daarbij is de verwachting van LNV dat in een situatie waarin een akkerbouwer meer dierlijke mest kan afnemen, hij of zij dat al vanzelf zal doen vanwege de huidige, hogere vergoeding voor de afname van dierlijke mest. Met de mogelijkheid van toepassing van kunstmestvervangers (Renure) zal de akkerbouw minder kunstmest hoeven te gebruiken.
Voor Renure zal de Europese Commissie op korte termijn met een voorstel komen. Het kabinet ziet dit als een positieve ontwikkeling en wil zo snel mogelijk eventuele belemmeringen in de wet- en regelgeving wegnemen, zodat boeren dit in de praktijk kunnen toepassen.
Export mest
De toelating van kunstmestvervangers biedt in de toekomst mogelijk ook opties om de export van mest of mestproducten uit te breiden, omdat het gebruik van stikstof uit dierlijke mest uiteindelijk kunstmest kan vervangen.
Op dit moment wordt ongeveer 46 miljoen kilo fosfaat (waarvan ongeveer 22 miljoen kilo fosfaat uit pluimveemest) verwerkt en buiten de Nederlandse landbouw afgezet. Met de export van deze drogere, goedkoper te transporteren mest wordt ongeveer 50 miljoen kilog stikstof afgezet buiten de Nederlandse landbouw. De stikstof bij de verwerking van varkens of rundveemest zit met name in de dunne fractie. Vanwege de hoge transportkosten wordt deze mest afgezet in de nabije omgeving. Daarmee is het complex om de export van stikstof uit dierlijke mest te vergroten.
De mogelijkheden voor meer export zijn afhankelijk van het voorstel waar Brussel mee komt. Adema zet de deur open voor sectorpartijen om hierover in gesprek te gaan met hem. De overheid wil de boeren namelijk steun bieden voor een handelsmissie of helpen bij het aanboren van nieuwe afzetmarkten hiervoor.
Brede stoppersregeling
Naast de huidige tijdelijke Lbv-regelingen, wil het kabinet ook een brede beëindigingsregeling openen voor veehouders die vrijwillig willen stoppen. Het gaat dan om de periode van 2025 tot 2029.
De productierechten van deelnemende bedrijven worden doorgehaald en dat leidt tot een permanente en onomkeerbare krimp van de veestapel. Met deze regeling wil het kabinet de stikstofuitstoot verminderen, bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen voor de veehouderij en de waterkwaliteit verbeteren.
Daarnaast kan de vermindering van de stikstofuitstoot ruimte bieden aan de blijvers, waarbij Adema specifiek de jonge boeren en PAS-melders noemt.
Open voor alle sectoren
Het voornemen is het kabinet om deze regeling, of regelingen, te laten voortbouwen op de ervaringen met de Lbv en Lbv-plus. Deze zou dan begin 2025 opengesteld kunnen worden. De nieuwe op te zetten regeling zal in principe toegankelijk zijn voor alle veehouderijsectoren. Het doel van de regeling is om te borgen dat de verlaging van het aantal gehouden dieren permanent is. Daar waar het om dieren gaat zonder productierechten, is een harde voorwaarde dat deze dieren blijvend uit de markt worden gehaald.
Per openstelling wordt bepaald welke veehouderijsectoren (bijvoorbeeld alleen de sectoren met productierechten) daadwerkelijk in aanmerking komen voor de subsidie. De regeling kan worden bekostigd uit de middelen die zijn gereserveerd voor het Transitiefonds.
Financiën
Voor de huidige Lbv-regelingen is 1,8 miljard euro uitgetrokken. Daardoor is er nog 4 miljard euro beschikbaar om tot 2030 in te zetten voor de stoppersregelingen. De regeling wordt de komende maanden verder uitgewerkt. Op Prinsjesdag wil het kabinet de Tweede Kamer informeren over de invulling van deze regeling.
Hierbij worden ook andere regelingen waaronder de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging en de Verplaatsingsregeling, meegenomen en wordt gekeken of het mogelijk is om te faciliteren dat boeren die een deel van hun veestapel willen afbouwen (en daarmee hun rechten willen inleveren) daarna met een minder arbeidsintensief bedrijf verder kunnen gaan.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Natasja Beverloo