‘Hydrologische bufferzones Overijssel belangrijk tegen oxidatie veenweides’
In Noordwest Overijssel ligt ongeveer 20.000 hectare veenweidegebied. Door ontwatering, belangrijk voor de landbouw, dreigt ook hier oxidatie (verbranding) van het veen als dat in aanraking komt met lucht. In Overijssel is de situatie iets anders dan in andere Nederlandse veenweidegebieden, door onder meer de aanwezigheid van de natte natuurgebieden Weerribben-Wieden en Olde Maten & Veerslootslanden.
Conclusie
‘Door toenemende peilverschillen tussen het natuurgebied Weerribben en het landbouwgebied neemt de wegzijging (van het grondwater, red.) toe met verdroging en toenemende bodemdaling tot gevolg’, is de conclusie in het rapport. De gewenste verhoging van de grondwaterstanden door bijvoorbeeld hydrologische bufferzones in en buiten Overijssel betekent echter ook een toename van de watervraag: ‘Vanuit de klimaatverandering is de beschikbaarheid van (zoet)water dan mogelijk een grotere uitdaging dan de wateroverlast.’ Verder is er dus een directe relatie met de maatregelen voor instandhouding van de natte natuurgebieden.
In het rapport wordt ook de situatie in verschillende delen van Noordwest Overijssel bekeken. In Polder Mastenbroek bijvoorbeeld komen de waterpeilen nu al niet meer overeen met de bandbreedte van het peilbesluit en vragen de grondgebruikers om aanpassingen in de verschillende peilvakken.
Urgente gebieden
Urgent is vooral de situatie in de gebieden waar het veen niet wordt afgedekt met een klei- of zanddek zoals de polders bij Scheerwolde: ‘Omdat het (dunne) veenpakket direct wordt blootgesteld aan de omgeving oxideert het veen in een snel tempo en is de uitstoot van broeikasgassen hoog. Zonder maatregelen is het veen in deze polders al voor 2050 verdwenen. Ook in het Staphorsterveld is de veenlaag dun, maar kan een combinatie van maatregelen worden opgesteld die ook gunstig zijn voor de instandhouding van het Natura 2000-gebied Olde Maten.’
Afgelopen jaren is in Overijssel veel kennis en ervaring opgedaan, onder meer van verschillende proeven in deze provincie zelf maar ook dankzij landelijke opgedane kennis en expertise. Daar is een analyse van gemaakt met als resultaat nu dus het rapport met daarin een 'Kansenkaart maatregelen' op perceelsniveau: ‘Vanwege de specifieke Overijsselse grondwatersituatie is specifiek aandacht gegeven aan het regionale grondwatersysteem en de wegzijging van water uit het veenweidegebied.’
Vervolgacties
In het rapport wordt voorgesteld om voor de opgestelde vervolgacties, inclusief gesprekken met alle betrokken partijen, twee jaar uit te trekken. Daarna kan deze ‘uitvoeringsstrategie Veenweide’ definitief worden opgesteld. Vervolgens wordt deze veenweideaanpak onderdeel van het Overijsselse PPLG (Provinciaal Programma Landelijk Gebied).
Het geld komt van het Rijk. Ook heeft het vorige college van GS destijds 3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onder meer de gebiedsprocessen en het uitvoeren van pilots. Dat geld kan ook dit jaar nog gebruikt worden.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Agrio